Scholen vinden de weg omhoog als het gaat om de leerprestaties van leerlingen op de basisvaardigheden. Tegelijkertijd blijft de urgentie groot om deze prestaties te verbeteren, met name in het voortgezet onderwijs. Dat beeld komt naar voren uit de voortgangsrapportages van het Masterplan basisvaardigheden en het Nationaal Programma Onderwijs die vandaag naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Zowel scholen in het basis- als voortgezet onderwijs hebben subsidie gekregen om de vaardigheden te verbeteren. Het merendeel ervaart een merkbare vooruitgang in de prestaties van hun leerlingen. Dat geldt vooral voor scholen in het primair onderwijs.
Staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie): “Ik ben erg blij met alle hoopvolle signalen waaruit blijkt dat leerlingen beter presteren op de basisvaardigheden. We zien dat de aanpak van het Masterplan basisvaardigheden werkt. Het lijkt er sterk op dat de scholen die subsidie kregen om de vaardigheden te verbeteren, de dalende trend in leerprestaties weten te keren. Maar we zijn er nog lang niet, er is echt nog veel werk te verzetten. Dat geldt met name voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Ik ga door met het Masterplan en ik geef het een extra impuls met het Herstelplan kwaliteit funderend onderwijs. Daar werk ik nu aan met het onderwijsveld. Hiermee brengen we de basis op orde, met een focus op lezen, schrijven en rekenen.”
Bijna 2 jaar geleden ging een eerste groep van bijna 650 scholen aan de slag met het verbeteren van de basisvaardigheden taal, rekenen-wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. Dat deden ze met een subsidie vanuit het Masterplan basisvaardigheden. Onderzoek naar de ervaringen van deze scholen wijst nu uit dat met name in het primair onderwijs scholen vooruitgang bij leerlingen zien op het gebied van taal en rekenen-wiskunde: ruim 80% geeft aan dat er duidelijk stappen zijn gezet. In het voortgezet onderwijs geeft 60% aan goede vooruitgang te zien op die leergebieden. De vorderingen van leerlingen zijn bijgehouden in onder andere het leerlingvolgsysteem en met de resultaten op toetsen en proefwerken. Een kwantitatief onderzoek naar de onderwijsprestaties op deze scholen volgt komend jaar.
Scholen geven aan dat ze dezelfde resultaten niet hadden kunnen behalen zonder de investeringen met het geld uit de subsidieregeling. Denk vooral aan het bijscholen van leraren op taal en rekenen-wiskunde. Vrijwel alle scholen zien dan ook een positief effect binnen school op die expertise.
Ook uit de nieuwe voortgangsrapportage van het Nationaal Programma Onderwijs (gericht op herstel na de coronaperiode) blijkt dat meer dan de helft van de schoolleiders in het funderend onderwijs bij leerlingen een verbetering ervaart, in alle vaardigheden. Verder komt uit onderzoek naar voren dat in het schooljaar 2023-2024, 4 jaar na corona, gemiddeld een hogere leergroei bij begrijpend lezen en rekenen-wiskunde ten opzichte van de periode voor het uitbreken van de pandemie. Het herstel is ook zichtbaar bij het welbevinden van vo-leerlingen en in de kansengelijkheid.
Het duidelijke herstel in met name het primair onderwijs blijkt ook uit landelijk onderzoek over de leerresultaten van leerlingen. Uit zowel Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS, leerlingen groep 6) en Peil.rekenen-wiskunde (groep 8) komt dat leerlingen in 2023 een vergelijkbaar niveau behaalden voor rekenen-wiskunde als 4 jaar eerder, dus nog vóór de coronapandemie.
Het beeld in het voortgezet onderwijs is minder rooskleurig. In de onderbouw van het gehele vo (van vwo tot en met vmbo) zien we dat de prestaties van leerlingen sinds corona van jaar op jaar zijn blijven dalen. Onderzoek laat zien dat vo-leerlingen in de onderbouw in het schooljaar 2023-2024 nog altijd een lager vaardigheidsniveau hebben dan leerlingen in het pre-corona schooljaar 2018-2019. Die daling is bij Nederlandse taal duidelijk groter dan bij rekenen-wiskunde. In leerjaar 3 is de daling vergeleken met de prestaties vóór corona over het algemeen het grootst. Het gaat hier om de leerlingen die in groep 7 zaten bij de start van de pandemie.
Het is daarom zaak ook in het laatste schooljaar van het NP Onderwijs interventies uit te voeren voor leerlingen die dat nodig hebben én tegelijk te werken aan een structurele aanpak met het Masterplan basisvaardigheden en het Herstelplan.
De dalende prestaties in de onderbouw werken niet direct door in slechtere eindexamencijfers. Die zijn weer vergelijkbaar met de cijfers van vóór corona, net als de slagingspercentages. Een mogelijke verklaring is dat meer leerlingen een jaar eerder zijn blijven zitten. Dat leerlingen weer goede eindexamencijfers halen ondanks de situatie in de onderbouw toont in ieder geval aan hoe belangrijk die examens zijn, als duidelijke lat aan het einde van het vo.
Het beheersen van de basisvaardigheden is belangrijk voor een goede start in het vervolgonderwijs en om volwaardig mee te kunnen doen in de samenleving. Inmiddels zijn ruim 5.100 scholen in het primair, voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs aan de slag met de subsidie vanuit het Masterplan. Hiermee zijn bijna 1,5 miljoen leerlingen bereikt, ruim 60 procent van de Nederlandse leerlingen.
Een deel van de scholen die de subsidie ontvangt krijgt ondersteuning van onderwijscoördinatoren van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zij zorgen ervoor dat hun aanpak is gebaseerd op inzichten uit de wetenschap en de onderwijspraktijk. Belangrijk hierbij is dat scholen ook kennis uitwisselen en van elkaar leren.